Flossen

Op en tussen de tanden en kiezen ontstaat tandplak. Tandplak bestaat hoofdzakelijk uit bacteriën en producten van bacteriën. De voorkeursplaats van tandplak is de overgang van het tandvlees naar de tand of kies. Wanneer tandplak niet regelmatig wordt verwijderd, kunnen de bacteriën tandvleesontsteking en gaatjes veroorzaken. Flossdraad is verkrijgbaar in verschillende soorten en dikten, met en zonder waslaagje. Sommige mensen gebruiken liever een flossboogje. Overleg met uw tandarts of mondhygiënist welk flossdraad u het beste kunt gebruiken.

In het begin is het gebruik van flossdraad soms pijnlijk. Het tandvlees gaat dan gemakkelijk bloeden omdat het nog ontstoken is. Als u dagelijks flosst, verdwijnt de ontsteking en dus ook het bloeden en wordt het gebruik minder pijnlijk.

Hoe moet ik flossen?
Neem een stukje flossdraad van veertig centimeter voor het hele gebit. Wikkel de uiteinden losjes om de middelvingers en houd een stukje van drie centimeter flossdraad tussen beide duimen en wijsvingers.

Span de flossdraad strak om de tand of kies en breng de draad met een voorzichtig zagende beweging tot onder het tandvlees. Doe dat voor een effectieve reiniging zover als mogelijk is, maar forceer niets. Bij heel kleine tussenruimten komt u met de flossdraad soms moeilijk tussen uw tanden of kiezen. Voorkom doorschieten. Steun uw vingers en duimen goed tegen de aangrenzende tanden of kiezen.

Let op: overdreven of verkeerd gebruik van hulpmiddelen bij de mondhygiëne kan schade veroorzaken aan de tanden en het tandvlees.